Gebalanceerde kabels werken ruis tegen doordat er twee signaaldraden tegelijk door de kabel het signaal dragen. Een van de twee draden ontvangt het signaal bij binnenkomst in omgekeerde polariteit. Wanneer er twee signalen tegelijkertijd in omgekeerde polariteit door de kabel stromen, wordt het signaal eigenlijk nul wat gelijk staat aan complete stilte. Doordat het signaal aan het eind van de kabel weer omgedraaid wordt en samengevoegd wordt, wordt de ruis die meegedragen wordt door het signaal totaal geëlimineerd. Dit maakt gebalanceerde kabels ideaal voor langere afstanden en een storingsvrij signaal.